Thema van de maand november: push en pull - "Duwen en trekken in de zorg"
Duwen en trekken in de zorg
In de zorg zijn we kampioen duwen. We duwen beleid, we duwen protocollen, we duwen verbeterplannen, formats en checklists. En als we denken dat het nog niet genoeg is, duwen we er nog een overleg bij. Want ja — verbetering komt niet vanzelf, toch?
Totdat je op een afdeling komt waar de duwenergie een beetje op is. Waar mensen zuchten bij het zoveelste “moetje”, en waar de to-do-lijst langer is dan de patiëntenlijst. “We moeten het dashboard invullen, de projectgroep bijwonen en de weekstart voorbereiden,” zegt iemand. “Maar wanneer doen we het werk waarvoor we hier zijn?” Goede vraag.
In lean-termen heet dit verschil tussen duwen en trekken: push en pull. Push is alles wat we in gang zetten zonder dat er iemand om vroeg. Pull is werken vanuit de vraag — wat heeft de patiënt, cliënt of collega nú nodig?
In de praktijk zie je het verschil meteen. Een push-systeem voelt als een lopende band waar steeds meer dozen op worden gezet. Je weet niet meer wat erin zit, maar je moet ze wél allemaal uitpakken. Een pull-systeem voelt als een open loket: iemand klopt aan, jij levert precies wat nodig is, en niets meer.
Het gekke is: zorgverleners zelf werken van nature juist pull. Ze luisteren, kijken, voelen aan wat er nodig is. Maar het systeem eromheen is vaak push: beleidsnota’s, KPI’s en formats rollen van boven naar beneden alsof er een fabriek staat. Een fabriek die “verbetering” produceert, in bulk.
Ik sprak laatst een verpleegkundige die zei: “We doen hier zoveel projecten, ik weet soms niet meer wat er níet in verandering is.” Dat klinkt grappig, maar eigenlijk is het triest. Want als alles tegelijk duwt, raakt de echte vraag — de patiëntvraag — uit beeld.
Hoe zou het zijn als we in de zorg wat meer zouden trekken dan duwen? Als we niet elk idee meteen in een project gieten, maar eerst kijken: wie vraagt hier eigenlijk om? Wat is de behoefte? Misschien ontstaat er dan ruimte. Voor rust. Voor luisteren. Voor verbetering die van binnenuit komt, in plaats van van bovenaf.
En stel je voor: een bestuurder die zegt, “We doen pas iets nieuws als iemand er echt om vraagt.” Dat zou revolutionair zijn. En waarschijnlijk ook een stuk rustiger in de mailbox.
Dus, een kleine oefening voor de komende week:
Voordat je iets nieuws start, stel één vraag: duw ik dit, of trekt iemand mij?
Het antwoord kan verrassend verhelderend zijn.

                            